Willekeur
Na acht lange maanden kwam voor Inger en haar familie een einde aan alle onzekerheid toen haar vader - die zelf een einde aan zijn leven had gemaakt - werd teruggevonden. Ingers verhaal maakt pijnlijk duidelijk dat achterblijvers tot op heden overgeleverd zijn aan de willekeur van instanties. “En dat hakt er flink in”, aldus Chantal van Disseldorp, projectleider Vermissing van Slachtofferhulp Nederland. “Bovenop alle angst en verdriet stuit je op onbegrip en op een gebrek aan handleiding. Instellingen bepalen immers zelf of er wel of geen vrijstelling wordt gegeven als het gaat om het tijdelijk bevriezen van overeenkomsten en uitkeringen of het stopzetten van abonnementen en verzekeringen. Daarom maken wij ons hard voor ‘protocolregelingen’. We voeren momenteel gesprekken met verschillende grote instanties om dit te bereiken.”Juridische haken en ogen
Slachtofferhulp Nederland helpt achterblijvers in deze zware tijd; van emotionele ondersteuning, praktische informatie en advies over (juridische) procedures tot aan hulp bij het aanvragen van bewindvoering. Dat laatste is volgens Lucienne Van der Geld, juridisch directeur van Netwerk Notarissen, essentieel in vermissingszaken. “Niet alleen kan een bewindvoerder veel administratieve en financiële zaken uit handen nemen. Het is eveneens een legitimatie voor alles wat er tijdens de periode van vermissing gebeurt. Mocht er een wetswijziging komen, dan moet deze zowel de belangen van achterblijvers als van vermisten behartigen; voor het geval iemand toch weer opduikt. En juist dát maakt het juridisch heel complex.”Coulance niet vrijblijvend
SP-kamerlid Michiel van Nispen staat positief tegenover een vermistenstatus, maar plaatst ook kanttekeningen. “Wat het zo complex maakt, is dat je met heel veel verschillende partijen te maken hebt. En dan is de vraag: na hoeveel tijd krijg je zo’n status? Een half jaar is bijvoorbeeld nog steeds lang als je financiële problemen hebt.” Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) is terughoudend. Hij vindt een aparte status juridisch te ingrijpend na een prille vermissing en wijst op de mogelijkheid van de bewindvoerder en de coulance vanuit instanties. “Coulance, dat is natuurlijk wel waar het om draait”, aldus Van Nispen. “Het is en blijft mensenwerk. We moeten instanties hier één op één op blijven aanspreken, maar er ook iets tegenover stellen als ze in gebreke blijven.”